De natuur proeven
“Er in groep op uit trekken en samen al dat moois van moeder natuur ontdekken, heerlijk vind ik dat”, vertelt de experte in wilde kruiden en volwaardige voeding. Onderweg ontdekken de deelnemers niet alleen dat zevenblad naar peterselie smaakt, maar ook dat het bijzonder rijk is aan vitamine C. Ze snuffelen aan vlierbessen, plukken dagkoekoeksbloemen en kauwen er lustig klaverbladeren op los – een ware bron van vitamine A, geeft Karin mee. En, hoe smaakt het? “Hmm, nieuw, anders, naar klaverbloesems zou ik zeggen”, merkt iemand lachend op.
De Hoge Venen vormen een unieke biotoop. Tijdens de laatste ijstijd ontstonden op de 5000 hectare grote hoogvlakte hoogvenen van wel tien meter diep. De zure bodem, het koude klimaat en de grote hoeveelheden neerslag op het plateau brachten een plantenwereld voort die in de rest van de Oostkantons niet voorkomt. Hier vind je naast de streng beschermde beenbreek ook de zeldzame Europese zevenster en zelfs de vleesetende ronde zonnedauw. “De Hoge Venen zijn een waar natuurreservaat. We leven hier echt wel in het paradijs”, vertelt Laschet enthousiast. Eetbare planten zijn hier iets minder talrijk. Maar Laschet en haar gasten weten ze te vinden in de uitgestrekte tuin aanpalend aan Huis Ternell.